Romijn Office Supply heeft een zeer ruime keuze aan laserprinters en inkjet-printers, maar wat is voor u de beste keuze?
Een laserprinter wordt vooral gebruikt om grote hoeveelheden documenten te printen. Laserprinters hebben namelijk een hoge printsnelheid. Deze hoge printsnelheid is handig om snel en efficiënt grote printopdrachten af te drukken.
Een inkjetprinter gebruik je vooral om kleurenfoto’s en wat kleinere documenten af te drukken. Inkjetprinters kunnen namelijk in een hoge resolutie printen, maar printen wat langzamer dan laserprinters.
Het printproces van de laserprinter
Laser- en inkjetprinters zien er van de buitenkant hetzelfde uit, maar het printproces is compleet anders. Het printproces van een laserprinter is ingewikkelder dan die van een inkjetprinter.
Het printproces start als de laserprinter een printopdracht ontvangt. Deze printopdracht verstuur je vanaf een computer of laptop naar de printer. Je moet hiervoor vooraf de printer via het netwerk verbinden aan de computer.
Nadat de printopdracht is ontvangen, verwarmt de fuser-unit zich voor. De fuser-unit is een onderdeel uit de laserprinter. Dit onderdeel brandt een fijn zwart of gekleurd poeder, ook wel tonerpoeder genoemd, op het printpapier. Voor dit inbranden heeft de laserprinter warmte nodig. Deze warmte ontstaat doordat de fuser-unit zich voorverwarmt.
In een laserprinter zit een ronde, metalen trommel die bedekt is met gevoelig materiaal. Deze trommel noem je de drum. Het inbranden van het tonerpoeder op het papier kan alleen plaatsvinden als de drum elektrisch geladen is. Nadat de fuser-unit is voorverwarmd, moet daarom de drum elektrisch geladen worden. De drum krijgt deze elektrische lading door een elektrisch geladen draad of rol.
Als de drum elektrisch geladen is, wordt het bestand dat geprint wordt met licht geprojecteerd op de drum. Het bestand kan uit pagina’s met tekst of foto’s bestaan. Het projecteren van het bestand op de drum gebeurt met laserlicht of ledlichtjes. Hier komt de naam laserprinter vandaan.
Door het projecteren van het licht op de drum wordt het tonerpoeder op het papier overgebracht. Op de plaatsen waar de drum verlicht wordt, verliest de drum zijn elektrische lading. Op deze verlichte plaatsen, blijft de toner aan de drum plakken. Doordat de drum een ronde vorm heeft, kan deze over het printpapier rollen. Dit rollen zorgt ervoor dat het tonerpoeder op het papier terechtkomt. Dit noem je de toneroverdracht.
Op de plaatsen waar de drum juist niet verlicht wordt, behoudt de drum zijn elektrische lading. Het tonerpoeder plakt op deze plaatsen niet aan drum. Zo bepaalt een printer dus op welke delen van een pagina er geen tekst of beeld afgedrukt moet worden.
Bij kleurenlaserprinters speelt ook de transferbelt een rol bij de toneroverdracht. De transferbelt is een roterende band die langs de vier kleurentonercartridges (cyaan, magenta, geel en zwart) draait. Deze band brengt deze kleuren gelijkmatig over op het papier.
Na de toneroverdracht wordt het tonerpoeder ingebrand op het papier. Dit noem je ook wel fixeren. Het fixeren zorgt ervoor dat het tonerpoeder permanent blijft zitten in het papier. De letters en/of afbeeldingen worden hierdoor zichtbaar. De fuser-unit regelt het fixeren in een laserprinter.
De laatste stap van het printproces is het uitdraaien van het bestand.
Het printproces van de inkjet-printer
Net zoals bij de laserprinter start het printproces van een inktjetprinter zodra de printer de printopdracht heeft ontvangen. Deze printopdracht verstuur je bijvoorbeeld vanaf een computer of laptop naar de printer. Je moet hiervoor vooraf de printer via het netwerk verbinden aan de computer (via de wifi of bekabeld).
Nadat de printopdracht is ontvangen, geeft de inktjetprinter vloeibare inkt af. Deze inkt bevindt zich in een inkthouder, die je een inktcartridge noemt. Een ander printeronderdeel, de printkop, spuit of druppelt de inkt op het papier. Door elektrische schokjes komt de inkt precies op de gewenste plek terecht.
In een inktjetprinter kunnen verschillende soorten inktcartridges gebruikt worden. Sommige van deze cartridges hebben interne printkoppen en andere cartridges externe printkoppen.
De printer print het document zodra de inkt afgegeven is op het papier. Het document rolt uit de printer.